Een persoonlijke terugblik op afgelopen seizoen

Een persoonlijke terugblik op afgelopen seizoen

Ds. Arjan Oosterwijk doet zondag 2 september intrede in onze kerk. Daarmee eindigt een seizoen waarin we als gemeente alle zeilen moesten bijzetten. Volop gesteund door collega’s en gastvoorgangers hebben we met elkaar deeredienst, catechese, het missionaire werk en pastoraat zo goed mogelijk verzorgd. Ik zelf heb de ondersteuning van ouderlingen en diakenen, Gert Haan, Fien Venema en Fokke van der Weij als een verademing ervaren. Wat hebben we veel werk verzet. Maar ook jullie als gemeente hebben een heelaantal keren de ‘extra mijl’ gelopen. Regelmatig was ik als dominee weinigbeschikbaar, hebben jullie lang moeten wachten op een antwoord op de mailof moest ik simpelweg ‘nee’ zeggen omdat de agenda gevuld was met anderebezoeken, afspraken en overleggen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik het regelmatig even niet meer zag zitten. Het idee dat oudere gemeenteleden het met minder pastorale bezoeken moesten doen; jongere gemeenteleden te weinig aandacht van mij kregen in hun persoonlijke zoektocht naar God en de kerk; en dan nog alle ontwikkelingen in het leiderschap (kerkenraad) vanonze kerk... het was best veel.

Jullie gebeden, kaarten, mails, apps, berichten via Facebook en de regelmatige geruststelling dat jullie begrepen hoe veel er op mij afkwam hebben mij op de been gehouden. Ik heb oprecht bewondering voor hoe uals gemeente zich heeft aangepast en ‘ingeschikt’ in deze situatie. Ik weethoeveel jullie als gemeente moesten inleveren en hoeveel er van jullie gevraagd werd met de nieuwe ontwikkelingen in onze kerk.

Ik ken jullie vragen, bijvoorbeeld of het niet te snel gaat in onze kerk. En ofdit nog wel ‘onze’ Gereformeerde kerk is. Afgelopen seizoen kwamen er tweestromen op ons af: een onstuimig groeiende gemeente met één dominee & dan ook nog eens een dominee die beroepen is om op een aantal gebieden vernieuwingen te brengen.

Dat heeft op onze gemeente een best zware wissel getrokken. Zeker voor onze gemeenteleden, die in onze kerk zijn opgegroeid en zoveel van hun energie en tijd in onze kerk hebben gestoken, is het echt even slikken en zijn er de zorgen of het met onze kerk wel de goede kant op gaat. Ik hoor ook regelmatig de vraag wat voor kerk we nu eigenlijk zijn. Met zoveel instroom in de afgelopen jaren van nieuwe leden herkennen we elkaar soms nog maar nauwelijks in de kerk.

De vernieuwingen met bijvoorbeeld een band in de dienst; een meer informele omgang met de traditionele liturgie; een nieuwe manier van werken met de Jeugd... Nu het Denktankrapport, waarmee ik ben beroepen,wordt uitgevoerd merken we ook hoeveel onzekerheid het brengt. En dan zijn er de fouten die ik maak. Mijn zoektocht in onze kerk, die ik nog maar kort ken. Mijn snelle manier van werken die je het gevoel kan geven dat het me weinig interesseert hoe jullie deze kerk hebben opgebouwd in de afgelopen decennia.

Mijn geliefde broeders-en-zusters, jullie zorgen zijn mijn zorgen. Als er één lid lijdt, lijden alle leden mee, schrijft de apostel Paulus. Maar hij schrijft er nog iets achteraan: Als één lid eer ontvangt, verblijden alle leden zich mee. (1 Kor 12:26). En dat laatste is afgelopen seizoen óók gebeurd. We hebben elkaar waar we maar konden bemoedigd, getroost, nieuwe moed ingesproken, opgebouwd in geloof, samen Gods Naam geprezen en geëerd. We hebbenelkaar geëerd waar jongere gemeenteleden hardop de vraag stellen: ‘wat vinden de oudere generaties belangrijk’ (bijvoorbeeld als het gaat omdiensten). En waar oudere gemeenteleden de vraag stellen: ‘hoe kunnen we jongeren ruimte geven?’. We hebben elkaar vergeven en waar gaten vielennaar vermogen deze geprobeerd op te vangen. Uit die vergeving léven we –uit die genade leef ik, samen met u. Het Evangelie is verkondigd, op vertrouwde wijze en op nieuwe manieren. Ouderlingen en diakenen zijn biddend en zoekend bezig geweest om de mensen die we nauwelijks zien opnieuw op te zoeken. Tientallen commissies zijn in de weer geweest om de organisatie te verzorgen waarmee we samen kunnen bouwen voor Gods Koninkrijk. De lijst is eindeloos.

Er zijn zorgen en vragen. Er zijn tienduizend redenen om met elkaar simpelweg blij te zijn met de zegeningen die we samen ontvangen door onze Ontmoetingskerk. Ik ben ervan overtuigd dat antwoorden gaan komen –gezámenlijke antwoorden. Door de genade van de Vader, onze onderlinge liefde en de gaven van de Heilige Geest. Genade, liefde en gaven zijn geen kant-en-klare antwoorden. Ze vormen een leerproces, een pelgrimage, een zoektocht die we samen als Ontmoetingskerk zijn aangegaan. We zijn als kerk nog lang niet klaar. We zijn onderweg. En ik ben enorm dankbaar voor uw en jouw betrokkenheid.

Ds. Sander Ris.

Wordt een die zwak is, moede, een sterker grijp' zijn hand.

De broeder steun' de broeder, zo blijft de liefd' in stand.

Sluit vaster u aaneen!

Weest voor een elk de minste, maar ook weer graag de meeste in liefdedienst alleen!

Gezang 441:10


Naar het nieuwsoverzicht