Pilot 2018/2019 - In gesprek met... Ouderlingen

Ook nu gaan we weer in gesprek met mensen die meewerken aan de pilot. De vorige keer gingen we in gesprek met Noabers. Waarom hebben ze ervoor gekozen noaber te worden en wat verwachten ze van deze pilot? Deze keer gaan we in gesprek met 2 ouderlingen, Gerrit van de Maat en Herman Broeze. Zij zijn de ouderlingen van de 2 nieuwe clusters en zijn dus nauw betrokken bij de organisatie van de pilot. Ze hebben veel ervaring in het ambt van ouderling, dus we zijn benieuwd naar wat er voor hen is veranderd!

1. Even voorstellen: wie zijn jullie? 
“Gerrit van de Maat, ouderling van cluster 13, nu de wijken 38, 39 en 40 en Herman Broeze, ouderling van cluster 3, nu de wijken 7, 8 en 9.”

2. Jullie draaien al een aantal jaren mee. Wat is er voor jullie als ouderling veranderd? En wat verstaan jullie zelf onder noaberschap?
“De grootste veranderingen zijn dat we nu in plaats van 2 wijken, nu 3 wijken hebben. Dat lijkt op een taakverzwaring, maar gelukkig komt daarbij dat we nu in plaats van 1 of 2 wijkcontactpersonen per wijk,  nu een team hebben van zo'n 13 noabers in cluster 13 en 15 noabers in cluster 3. Dat moeten er nog meer worden, zodat elke noaber binnenkort ongeveer 6 contactadressen heeft, dicht bij elkaar. Dan is het mogelijk om een goed contact op te bouwen, en op het juiste moment, als dat nodig is te reageren. De noabers zijn de ‘ogen en oren’ in hun deel van het cluster. Zij geven dan de nodige signalen door aan ouderling, diaken of voorganger.”

3. Wat is er zo bijzonder aan deze pilot? 
Het belangrijkste is dat we proberen tot een nieuwe opzet van ‘kerkbeleving’ te komen, met als doel betere contacten ondanks een steeds groter worden gemeente. Cluster 3 en 13 zijn pilotclusters geworden om ervaring op te doen in deze nieuwe opzet, en dienen als proef-traject voor alle andere wijken die in cluster omgezet gaan worden de komende 2 jaren.”

4. Wat zijn je verwachtingen van deze pilot?
“De bedoeling en verwachting is dat de contacten tussen kerkenraad en gemeenteleden beter, directer en adequater worden. Op die manier hopen we in een groeiende kerk toch bij het wel en wee van iedereen betrokken te blijven, en op het juiste moment aanwezig te zijn, als dat nodig is.”


Naar het nieuwsoverzicht